Onderbouw
Spel als uitgangspunt voor een thema
Spel is essentieel voor jonge kinderen. Door spel leren ze de wereld kennen, kunnen ze andere mensen nadoen en lukt het hen om ervaringen op te doen. Spel is hét middel om kinderen vaardigheden en kennis aan te reiken die door het spel betekenis krijgt. Hierdoor verandert spel in spelend leren. Wij willen bij een onderwerp voor een thema uitgaan van de speelmogelijkheid voor kinderen en kiezen daarom voor betekenisvolle thema’s die herkenbaar zijn en aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen. Er wordt gespeeld en gewerkt aan de (groeps)tafels, in de (speel)hoeken, in de speelzaal en op de speelplaats.
In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt volgens het principe van de rijke leeromgeving. In een rijke leeromgeving is het materiaal uitdagend en de omgeving uitnodigend ingericht. Er wordt gestreefd naar een omgeving waarin de kinderen goed kunnen samenwerken, zelfstandig kunnen werken en eigen keuzes kunnen maken.
De omgeving biedt voldoende afwisseling en is uitdagend. Jonge kinderen zijn geïnteresseerd in de wereld en willen er zo veel mogelijk deel van uit maken.
Daarnaast wordt er in de kleuterbouw (groep 1/2) geïntegreerd gewerkt op basis van een heldere thematische lijn, door middel van (seizoengebonden) thema’s. Kleuteruniversiteit wordt hierbij gebruikt als bron.
Voor de eerste stappen op weg naar rekenen (beginnende gecijferdheid) wordt “Pluspunt” als methode gehanteerd.
Bij het dagelijkse aanbod staan de leerlijnen en de kerndoelen van het SLO voor groep 1/2 centraal:
• Gecentreerd rond de 5 ontwikkelgebieden (mondelinge taalontwikkeling, woordenschat, beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, sociaal-emotionele ontwikkeling.)
• Tussendoelen en leerlijnen
• Betekenisvolle contexten
• Open leersituaties met vaste routines
• Gericht op interactie
In ons onderwijs aan groep 1 en 2 onderscheiden we vijf kernactiviteiten, die de basis leggen voor verdere leerprocessen:
Spelactiviteiten (rollen), constructieve activiteiten, gespreksactiviteiten, lees- en schrijfactiviteiten, rekenactiviteiten, start/openingsactiviteiten bij thema’s en afsluitingsactiviteiten bij thema’s.
In de kleutergroepen zijn we op een speelse manier bezig met het ontwikkelen van de lees– en rekenvoorwaarden. Ook wordt er gewerkt aan de ontwikkeling van de fijne motoriek om later te kunnen schrijven in groep 3. In groep 2 beginnen de leerlingen met voorbereidende schrijfoefeningen en wordt er geoefend met cijferschrijven.
Midden- en bovenbouw
Werkwijze in groep 3
Van de voorbereidende periode bij de kleuters, gaan we in groep 3 over naar het aanvankelijk lezen, schrijven, taal en rekenen. In groep drie wordt dus een belangrijke basis gelegd voor het verdere schoolverloop van de leerlingen. Daarom besteden wij er veel aandacht aan.
In groep 3 werken we met Lijn 3 om de basis van het aanvankelijk en technisch lezen zo zorgvuldig mogelijk te leggen.
Lijn 3 bevat onderdelen voor lezen, spelling, begrijpend luisteren en begrijpend lezen. De methode bouwt verder aan de basis die is gelegd in groep 1 en 2.
In Lijn 3 gaan de kinderen met buslijn 3 een jaar lang op reis door Leesstad. De vrolijke buschauffeur Ben Bus vertrekt vanaf het schoolplein en brengt de kinderen langs 12 haltes (12 thema’s). Bij iedere halte maken de kinderen kennis met de letters en woorden rondom het thema. Bovendien ontdekken en leren ze er van alles over de wereld om hen heen.
Écht samen leren lezen, acht leerdomeinen per thema, instructie op niveau en nog veel meer.
Lijn 3 stimuleert, is efficiënt en doelgericht.
Zo halen we het beste uit ieder kind!
Werkwijze in groep 4 t/m 8
Als schoolteam vinden wij het erg belangrijk om betekenisvol onderwijs te bieden. (doen, beleven)
Omdat leren het beste gaat als leerlingen zich iets kunnen voorstellen bij wat hen wordt aangeboden, vindt het leren zoveel mogelijk plaats in samenhang via thema’s.
Daarom werken we in de groepen 4 t/m 8 met de methode “Alles in 1”. Deze methode biedt alle vakgebieden integraal aan. Dit betekent dat de leerstof van alle vakken in samenhang aan bod komt, behalve rekenen en bewegingsonderwijs.
Deze methode werkt met projecten (thema's). Elk project duurt 5 weken. Elke week wordt een subthema behandeld, geïntroduceerd met een film. Vervolgens worden alle vakgebieden hieraan gerelateerd: taal (waaronder gedichten en verhalen), spelling, begrijpend lezen, Engels en I.C.T.
Er is een gelijkmatige afwisseling tussen gezamenlijke en individuele opdrachten en computer en schriftelijke verwerking. Alles in 1 maakt het mogelijk op 6 verschillende niveaus te werken.
Dit betekent dat ieder kind op zijn/haar eigen niveau de stof kan verwerken. Ook de beeldende vakgebieden, zoals muziek, dans, drama, handvaardigheid, tekenen en techniek maken onderdeel uit van de methode. Elk project wordt op een passende wijze afgesloten.
Dit kan met een excursie, een presentatie, een toneelstuk, een dans, een lied of een tentoonstelling.